In ‘Wat je van bloed weet´ beschrijft Philip Huff de jeugd van drie kinderen die worden blootgesteld aan het geweld van hun ouders. Het gaat om een schijnbaar welvarende familie, wonend in een groot, vrijstaand huis met een rieten kap en een grote tuin, waar de buren het niet kunnen horen als de ouders vechten met elkaar en met hun kinderen. Wat betekent het om op te groeien in een dergelijk gezin? En wat zijn de gevolgen op latere leeftijd?