COMILLAS - Terwijl Ton Lebbink en Maria vanuit restaurant Quique noordwaarts de flauwe stadse heuvel opklauterden begon het zachtjes te regenen. Hierdoor begonnen de kleine, schots en scheef in de ondergrond gestoken keitjes, te glimmen als het gelaatsvel van een acnélijder, waarbij ze, geen enkele uitgezonderd, glad werden als ijs op een oudhollandse Friese laaglandbaan.