Straattaal heeft de laatste decennia een ongekende bloei doorgemaakt en zal voorlopig nog wel even blijven. Dat is te lezen in het boek ‘Denkend aan Hollands’, geschreven door taalkundige Khalid Mourigh. Het verschijnen van deze uitgave valt samen met de negentigste editie van de Boekenweek, die als thema ‘Je moerstaal’ heeft.
Khalid Mourigh groeide op in Papendrecht, in een omgeving waar met een zwaar accent wordt gepraat. In het eerste deel van het boek gaat de auteur in op zijn jeugd en op het leren van de Nederlandse taal. Hij is geboren en getogen in ons land, Mourighs familie komt uit Marokko. Hoe zijn grootvader als gastarbeider hier terecht kwam, beschreef hij eerder in het boek De gast uit het Rifgebergte.
Vaak kreeg Mourigh negatieve reacties op zijn Marokkaanse naam. Bij het aanmaken van een emailaccount koos hij voor een adres waaruit niet kon worden opgemaakt dat hij van Marokkaanse origine is. Vaak in zijn jonge leven had hij terughoudendheid en afstand gevoeld van Nederlanders die hem allereerst beoordeelden op zijn (achter-)naam. Dat verklaart ook de ondertitel van zijn boek: ‘Wat taal zegt over wie we zijn’.
Dat de auteur nog steeds op een negatieve manier wordt herinnerd aan zijn afkomst, bleek niet lang geleden nog bij een lezing over jongerentaal in Amsterdam. Na afloop stapte een oudere witte man op hem af die dacht hem te complimenteren: ‘Wat spreek je goed Nederlands’. Meteen voelde Mourigh dat deze opmerking veel met hem deed. Zelfs de volgende dag nog. Hij schreef erover in het hoofdstuk ‘Thuistaal en integratie’: ‘Ik had het gevoel dat het nooit ophield. Mijn leven lang krijg ik dit soort scheve opmerkingen over mijn taalgebruik en andere aspecten van mijn identiteit. De persoon die zo’n compliment uitdeelt stelt zich automatisch op als mijn meerdere. Ik heb het al zo vaak gehoord dat het frustratie en wrok oplevert’.
Mourigh is verbonden aan het Meertens Instituut. Hij doet onderzoek naar het Tamazight (één van de spreektalen in Marokko) en naar straattaal. Uit de onderzoeken zijn een paar interessante conclusies te trekken. In tegenstelling tot wat veel wordt aangenomen, zijn de meeste woorden in straattaal afkomstig uit het Sranantongo, een Surinaamse taal, en niet uit een van de Marokkaanse talen. En de straattaal wordt breed gedeeld onder jongeren, overal in het land. Op het gymnasium in Valkenswaard bijvoorbeeld zijn ze ook bekend met woorden en uitdrukkingen uit die taal.
In het tweede deel van het boek lezen we over de onderzoeken die Mourigh deed onder jongeren in Gouda. Daar ging hij op onderzoek uit, omdat in die stad een grote Marokkaanse gemeenschap woont. Hij was nieuwsgierig naar het gebruik van het Tamazight en naar de daar gebruikte straattaal. Mourigh verbaasde zich erover hoe breed de straattaal wordt gebezigd. Niet alleen door kinderen van immigranten, maar ook door andere Nederlandse jongeren. Omdat de straattaal zo veelvuldig wordt gesproken, verwacht Mourigh dat dit geen modeverschijnsel is, maar voorlopig een 'blijvertje' is. Het standaard Nederlands zal het zeker niet vervangen of overvleugeld worden, daar zorgen de gebruikers van de standaardtaal wel voor...
Uiteindelijk concludeert de auteur dat zijn boek een viering is van de diversiteit en de levendigheid van de Nederlandse taal. En dat is een terechte conclusie.
Khalid Mourigh (Sliedrecht, 1981) doet als taalkundige onderzoek voor het Meertens Instituut. De titel van dit boek is ontleend aan de eerste regel van het beroemde gedicht van Hendrik Marsman uit 1936: Denkend aan Holland.
Denkend aan Hollands is verschenen bij uitgeverij Cossee en kost € 23,00. Ook verkrijgbaar als e-book: € 15,00.
Illustraties
1. omslag van het boek
2. portret van de auteur, gemaakt door Irwan Droog
Recensie
Gerard van Os
Alle boekrecensies zijn terug te vinden op: www.vlaardingenleest.nl
Dit is een bijdrage van het recensiecollectief. Lijkt het je leuk om ook een boek te bespreken voor De Vlaardinger, mail dan je recensie naar Hans Vrugt, eindredacteur van het collectief: hansvrugt@planet.nl