Wat is er toch met Kerst mis?

Modern sprookje uit eigen toetsenbord

VLAARDINGEN - Twee dagen voor kerst 2023. 23 december, einde middag. Alle boodschappen in huis als er wordt aangebeld. Een goede vriend staat voor de deur. Hij komt binnen.

Wat is er toch met Kerst mis?

‘Wat staat daar in de kamer?’
   ‘Dat kun je toch wel zien. Dat is een kerstboom.’
   ‘Geen hooiberg nodig, naalden zat.’
   Beide vrienden zwijgen en kijken de boom met aandacht van boven tot onder en weer terug.
   ‘Is toch wat. Is het alweer die tijd van het jaar.’
   ‘Hebben we gekocht bij een lokale bouwmarkt.’
   ‘Tjeempie. Dat zou het hele jaar door wel iets extra geven aan je inrichting.’
   ‘Maar daar blijft het niet bij.’ Stopt stekker in stopcontact. Tientallen lichtjes branden. ‘Nou, wat zeg je daarvan?’
   ‘Wauw. Een veilig brandende boom in je huis. Te gek!’
   ‘Ja, het idee is van mijn vrouw. Die trekt de dag na Sinterklaas haar schoenen en jas aan en zegt: “Kom, we gaan een boom kopen.” En dan gaan we naar die bouwmarkt, net als vele anderen. ’s Avonds gaan we na het werk en voor het avondeten. Dan is het nog niet zo druk en is er volop keus. En voor je het weet ligt er zo’n afgezaagde spar in een rolladeachtig net in de kofferbak. En als er niks op televisie is tuigen we de naaldvasthoudende nieuwe vriend gelijk op. Zeven ballen en een piek. En dus dat meterslange snoer met al die kleine lichtjes. LED, want goedkoop moet het zijn. Energie heeft onderhand de prijs van maansteen als je alle kosten meerekent. Daarbij, en dat zal jou best interesseren, we hebben er drie vogeltjes in; vast op een knijper. Die zijn nog van de grootmoeder van mijn vrouw haar kant. Mooi, toch?’
   ‘Waarom die ouwe meuk?’
   ‘Zeker mijn vrouw is nogal nostalgisch ingesteld. Die houdt van een memorabel opgetuigde spar.’
   ‘Ik mis alleen een kerststal waarin het kindeke Jezus, drie wijzen, een kribbe, Jozef en Maria, een ezel en nog wat vee. Alles en iedereen op een bedje van stro.’
   ‘Dat noemen wij een zwijnestal. Vroeger heeft mijn vrouw die weleens gehad. Tot er een achtervolging plaatsvond waarbij de hond de kat nazat en die miauwert dwars door die Midden-Oosterse boerenschuur heen denderde. Maar dat is nog van voor mijn tijd.’
   ‘Dat is waar ook. Je hebt je vrouw pas op latere leeftijd leren kennen.’
   ‘Maar wel in de kroeg. Zij aan de tap en ik als klant. Het was liefde op het tweede gezicht.’
   ‘Tweede? Waarom niet het eerste?’
   ‘Omdat, toen ik binnenkwam, mijn motorbril besloeg en ik daarvoor slechts een glimp van haar kon zien. Te kort om direct verliefd op haar te worden. Ik bestelde als een gek almaar biertjes en zij maar tappen, zo kalm als wat. Ik vond haar vrijwel meteen een getapte persoonlijkheid en bloedmooi bovendien. Niet lang daarop woonden we samen en nog weer een jaartje verder woonden we hier. En natuurlijk haar kroegbaan afgezegd. De kroeg is leuk, maar als je er werkt ben je beter vrijgezel. De verlokkingen des vlezes zijn immer groot.’
   ‘Doet ze tegenwoordig verder nog wat? Of zit ze vegetatief op de bank met een breiwerkje of een goed boek? Ondertussen je bankpas op actualiteit checken in de virtuele commerciële wereld of fysiek in de binnenstad. Waar de middenstand je van je geld afhelpt. Weet je wel.’
   ‘Nee, dat is niet haar hobby. Liefst is ze uren in de tuin: groene vingers als een vrouwtje van mars. In het voorjaar rode konen en als het zomer is een bruine toet. In de herfst weer langzaam roze en marineblauw in deze tijd. Als de thermometer rond de nullijn slingert. En elke dag wel even kijken buiten. Ik doe dan de zware dingen en zij perfectioneert mijn grove lijnen.’
   ‘Mooi toch. Dat je zo je passie hebt.’
   ‘Ik zie het niet. Een mooi stuk groen is mij best. Neem nou die boom. Die had best zonder lichtjes, ballen en een piek gekund. In de tuin net zo. Nee, hier een geel bloemetje, daar een rode … Dat soort werk.’
   ‘Nou, je hebt het maar mooi voor elkaar. Samen, zoals jullie, dat is toch een godsgeschenk. Waar koop je zulk geluk?’
   ‘Dat zit in onze genen. Die passen wonderwel bij elkaar. En bij elkander opgeteld … nou, dan krijg je dit.’
   ‘Ik ga er maar weer eens vandoor. Thuis wacht mijn schattekind. Die draait nu denk ik keiharde house of ander aritmisch gebonk. Nee, bij ons geen boom. Daar staat haar hoofd nooit naar.’
   ‘Geeneens een groene spar?’
   ‘Nee. Bij ons geen Kerst in huis. Alleen urenlang de fles op tafel en hijsen maar tot we omrollen van de drank. En dan bonje omdat we niet meer functioneren.’
   ‘Zeg, je bent toch niet raar geworden. Dat is toch geen doen! Een beetje vent haalt toch gewoon een boom, lekker eten en een jutezak gezelligheid in huis?’
   ‘Stop maar. Stop maar. Ik weet wat je bedoelt. Ruim vijftigweken gaat alles prima bij ons thuis. Alleen met Kerst is het goed mis.’

Tekst & fotografie
Peter Joore

23-12-2023