MAASSLUIS/VLAARDINGEN/SCHIEDAM - Dak- en thuisloosheid komt overal in Nederland voor, maar het aantal dak- en thuisloze mensen in de grote steden ligt aanzienlijk hoger dan in middelgrote en kleine gemeenten.
In de gemeenten Maassluis, Vlaardingen en Schiedam is 39% van de dak- en thuislozen vrouw of kind. Dat blijkt uit de derde Nederlandse ETHOS-telling dak- en thuisloosheid van Hogeschool Utrecht en Kansfonds in 57 gemeenten. De resultaten van deze telling worden vandaag, twee dagen voor Wereld Dakloze Mensen Dag, bekendgemaakt.
In de derde ronde van de ETHOS-tellingen is dak- en thuisloosheid in kaart gebracht door 645 telorganisaties in negen regio’s verspreid over Nederland: Amsterdam-Amstelland, Den Haag, Noordkop, Eindhoven, IJssel-Vecht, Maastricht-Heuvelland, Valleiregio, Zaanstreek en, dankzij een bijdrage van het Fonds Schiedam Vlaardingen e.o, ook Maassluis-Vlaardingen-Schiedam. In totaal zijn 28.721 dak- en thuisloze mensen geteld; 24.659 volwassenen en 4.062 kinderen.
Verborgen dakloosheid in beeld gebracht
‘De derde telronde bevestigt het beeld dat uit de eerdere ETHOS-tellingen naar voren kwam, namelijk dat de groep dak- en thuisloze mensen zeer divers is”, vertelt Annabel Scheepers, onderzoeker van het lectoraat Wonen en Welzijn van Hogeschool Utrecht. ‘Dakloosheid treft zowel volwassen mannen en vrouwen als jongeren en kinderen. De meeste volwassenen verblijven niet, zoals vaak wordt gedacht, op straat, maar bij familie of vrienden (31%) of in niet-conventionele woonruimten zoals een auto, schuur of stacaravan (18%). De telling brengt ook deze verborgen dakloosheid in beeld.’
Anoeska behoorde tot deze groep verborgen dakloze mensen. Zij trok noodgedwongen in bij haar moeder. Tijdelijk was het idee, maar het werd drie jaar. ‘Ik voelde heel veel schaamte. Ook nu nog, als ik eraan terugdenk, kan ik het er warm van krijgen.’ Toch weet ze inmiddels dat dakloosheid iedereen kan treffen. ‘Je komt in de ziektewet, je valt in inkomen achteruit, je raakt je baan kwijt of je relatie gaat uit en dan raak je de controle kwijt. En uiteindelijk je huis.’
In Maassluis, Vlaardingen en Schiedam is 39% van de daklozen vrouw of kind
Alhoewel het algemene beeld overeenkomt met bevindingen uit de eerdere ETHOS-tellingen, laat deze telling ook duidelijke verschillen zien tussen de grote steden en de overige regio’s. In de regio Maassluis, Vlaardingen en Schiedam zijn in totaal 690 dak- en thuisloze personen in beeld gebracht. Dit komt neer op 0,35% van de totale bevolking in de regio, wat betekent dat tenminste 1 op de 286 inwoners zich in een dak- of thuisloze situatie bevindt.
De telling laat zien dat deze groep zeer divers is, zowel in gender en leeftijd als nationaliteit en verblijfsituatie. Het aantal dakloze vrouwen is in onze regio met 26% van de volwassen personen aanzienlijk hoger dan eerdere CBS-statistieken suggereerden (17% in 2024). Daarnaast zijn er in onze regio in totaal 89 dak- of thuisloze kinderen geteld (13% van de totale groep) en 157 jongeren van 18 tot 27 jaar (23%). Dit doorbreekt het dominante beeld dat dak- en thuisloosheid vooral gaat om alleenstaande mannen met psychische- of verslavingsproblemen die op straat of in de opvang verblijven.
Instellingen noodgedwongen gebruikt als opvanglocaties
Een andere opvallende bevinding is dat in Maassluis, Vlaardingen en Schiedam zo’n 10% van alle getelde personen langer dan nodig verblijft in een instelling zoals beschermd wonen, jeugdzorg, GGZ en asielopvang vanwege gebrek aan passende huisvesting. Scheepers: ‘Dit heeft veel impact op de levens van de mensen die dit treft en vergroot de druk op instellingen. Instellingsplekken blijven daardoor bezet en zijn niet beschikbaar voor wie daar echt op is aangewezen. Vooral binnen de asielopvang telden we een grote groep mensen die daar noodgedwongen langer verblijven.’
Regionale aanpak nodig
We zien in Maassluis, Schiedam en Vlaardingen een diversiteit aan leefsituaties van dak- en thuisloosheid. De grootste groep volwassenen verblijft bij familie, vrienden of derden (30%), in een niet-conventionele woonruimte (15%) of in een instelling (14%). Het aandeel personen dat in de openbare ruimte of in een opvangvoorziening verblijft, bedraagt in totaal niet meer dan 20%.
‘Gemeenten kunnen op basis van deze betrouwbare, regionale cijfers passend beleid maken om dak- en thuisloosheid aan te pakken’, vertelt Willem van Sermondt, programmaleider bij Kansfonds. ‘En dat gebeurt ook, zien we bij deelnemers aan de eerdere tellingen. Verschillende gemeenten hebben inmiddels concrete woonoplossingen ingevoerd, zoals meer dakloze mensen voorrang geven op een sociale huurwoning en Wonen Eerst-projecten voor jongeren, volwassen en gezinnen.’
Vlaardingse wethouder Arnoud Proos mede namens de Schiedamse wethouder Petra Zwang en de Maassluisse wethouder Martijn Kroonen: “Achter alle cijfers uit de ETHOS-telling zitten gezichten met elk een eigen verhaal. We vinden het belangrijk dat we daar oog voor hebben, dat we alle informatie gebruiken om onze stadgenoten te helpen. Zodat we over een paar jaar kunnen zeggen: in onze regio krijgt iedereen de kans op een eigen plek om te wonen, met de ondersteuning die nodig is."
Landelijk beeld
Nu voor het eerst ook in grote steden is geteld, ontstaat een realistischer en representatiever beeld van de aard en omvang van dak- en thuisloosheid in Nederland. Dit is een belangrijke stap richting heldere en betrouwbare cijfers voor heel Nederland. Van Sermondt: ‘Volgend jaar nemen 11 regio’s met in totaal 96 gemeenten, waaronder de overige G4-steden Rotterdam en Utrecht, deel aan de ETHOS-tellingen. Op basis van de vier telrondes, waarin in totaal 219 van de 342 Nederlandse gemeenten zijn meegenomen, hopen de onderzoekers een betrouwbaar landelijk beeld te kunnen geven. Door de ETHOS-telling structureel te maken, wordt het mogelijk om te zien of nieuwe maatregelen effect hebben en dakloosheid afneemt.’