Ton Lebbink: Vraagtekens na de wedstrijd

Maria kan een bewogen nacht lang geen moeder worden

TORRELAVEGA - Na afloop van de doelpuntrijke en allesbehalve gemene streekderby togen vriend en vijand voor wat het waard was hand-in-hand richting een uitspanning waar het, deze kraker werd immers niet voor het eerst gespeeld, immer goed toeven was.

Ton Lebbink: Vraagtekens na de wedstrijd

Ze kwamen bij een wel heel groot grandcafé met serieuze restaurantaspiraties. De muziek op maximaal klonk het lokale Ibio zodanig niet te ontkennen hard uit de speakers dat het kopen van de elpee voor omwonenden niet direct noodzaak was. Het raam thuis op een kiertje leek ruim voldoende. En iedereen deed mee in wat nog het meest op een idioterie leek. De supporters brulden: ‘Ta-da-da! Ta-da-daa-da-da-daa! Ta-da-da!’ (*) Ton Lebbink, niet echt een zanger, meer en toen ook al een boeiend voordrachtskunstenaar, brulde het na één keer vlekkeloos mee. ‘Spaans is vaak minder moeilijk dan je denkt,’ placht hij jaren later in zijn Amsterdamse Stamcafé Helmers regelmatig tegen wie het al-dan-niet wilde horen te zeggen.

Na ontelbare tijd was de massa verdwenen en restte nog slechts een afwas als een kerk met minaret, talloze sigarettenpeuken en bergen half en geheel afgekloven etensresten op de granieten vloer. Daar in Cantabria geen gezeur met netjes afval in een vuilbakje proppen. Daar werd de uitbater maar saggerijnig van. Na afloop een keer vegen en klaar. Hoe moeilijk was het nu eenmaal? Met een lichte deuk in zijn richtingsgevoel zwabberde de aanstaande dichter met enige kundige ondergrond van internationale aard, met aan beide zijden een jolig klappende en vals zingende Torrelavega-aanhanger, tot aan het café van Maria, die al hoofdschuddend maar met een lach van oorring tot oorring het niet al te supertrio liefelijk toegrijnsde. Zij noodde dit bijzonder triumviraat nog even tot het nemen van een afzakkertje. Gelardeerd met nog maar enige ontnuchterende vette tapas. Toen ook dit feestje ten einde was werden de nieuwe vrienden met zachte hand buitengezet en in de goede richting gekeerd. Daarna volgde nog talloze keren de kreet: ‘¡Viva Cantabria! ¡Viva!’ in de nu donkere straat waarop Maria tot slot de deur sloot, het licht uitdeed en zij Ton ondersteunde richting niet al te echtelijke sponde. Vrijwel direct snurkte hij als een roos met stembanden. Maria pakte twee preikonten en prakte die als geluiddopjes in haar fraai gevormde oorschelp. Het werd een rumoerige nacht die qua decibellen niet veel onderdeed voor wat de gezamenlijke supportersscharen die middag bijeen brulden in wat al-met-al een alleraardigste vermakelijke pot voetbal was. Zij zou die nacht haar moederlijke gevoelens voor een keer opzij moeten zetten omdat Ton was verhuisd naar Dromenland.

(*) Voor de muzikale kenner van moderne Spaanse historie, schrijver dezes heeft Ibio ooit en in 1978 live gehoord in Discoteca Bangladesh in - jawel! – de Parel van het Noorden, Comillas. Hierbij een YouTube-versie van de elpee Cuevas de Altamira. Het nummer heet: La Baila de Ibio. Klik op link, als je de oren voor 07.46 minuut wil vullen met wat toen regionaal aansprak: LINK.

HET MEISJE MET DE PONY EN DE PAARDENSTAART

toen ik dacht aan het meisje met de pony en de paardenstaart
moest ik denken aan het meisje met de pony en de paardenstaart
rijmt op buitenbeentje van de binnenvaart
maar niet op het meisje met de paardenstaart en de pony
wél op het meisje met de pony en de paardenstaart

eveneens ben ik het oneens met mijn gerijm op driedubbele onderkinnen
want je zal als mens maar driedubbele onderkinnen moeten missen
een mens zónder kin is geen gezicht
dan maar liever drie onderkinnen

ook al heb je nog zo mooie voetjes
het is het snoetje van je dat telt
het aankijken waard
die pony van je
die paardenstaart

Gedicht
Ton Lebbink

Tekst
Peter Joore

Fotografie
Beaty Czetö 

07-02-2024