Ton Lebbink: Tijd voor weer een verhuizing

Maria twijfelt geen seconde

TORRELAVEGA - De dag waarop Ton Lebbink pas echt volwassen werd en in zijn leven niets meer zou zijn als het ervoor ooit was geweest, begon met een kater die, hoewel op particulier hersenterrein, de Noord-Spaanse kust deed schudden als tijdens het drie uur durende bombardement op het kleine Baskische stadje Guernica.

Ton Lebbink: Tijd voor weer een verhuizing

Zij die het overleefden en nóg leven zullen die dag nooit vergeten: het was zondag 26 april 1937. In Spanje was het juist Burgeroorlog. Aangewakkerd door de latere later dictator Francisco Franco. In het geval van de aanstaande poëet, die zich in nu een heuse “Dichtator” voelde omdat hij letters dwong tot mooie woorden, toffe zinnen en geweldige gedichten, betroffen het slechts amorfe resten van een middag voetbal kijken en een aanpalende, memorabele en kennelijk internationale derde helft. Zeg maar: de emolumenten der juichende liefhebbers.

Daar, iets ten noordnoordoosten van Bilbao, vlogen Duitse bommenwerpers, in wat later de voormiddag van de Tweede Wereldoorlog werd genoemd, drie uur lang af-en-aan en zaaiden weliswaar dood en verderf, maar maakten het plaatsje ook in één klap wereldberoemd. Iets dat tot op de dag van vandaag door duurt. Honderden burgers lieten in die circa honderdtachtig schrikbarende minuten het leven. Dat Pablo Picasso er zijn beroemdste schilderij aan wijdde is geen pleister op de wonde. Nee. Het is een symbool tegen voor die tijd moderne oorlogsvoering en zinloze slachtoffers. Meest onschuldige burgers. Maar dat laatste hoor je wel vaker.

Maar zo erg was de staccatoachtig kloppende hoofdpijn van Ton Lebbink niet dat het slachtoffers genereerde. Hij zag er zelfs na enige tijd de humor wel van in dat hart en hoofd als twee apert aparte ritmesecties zijn lichaam het leven achtereenvolgens zeer goed mogelijk en zuur als citroenzuur maakten. Het leek wel wat op drummer Cesar Zuiderwijk die met bassist Rinus Gerritsen gitarist George Kooymans en zanger Barry Hay overbodig maakten. Daarbij behoorde Guernica niet tot zijn persoonlijk herseninterieur en was hij als een van de eerste fan van de Golden Earring(s).

Vanaf het terras aan de drukke straatkant, met voor zich een bak door melk en een aanvankelijke gletsjer aan suiker, die smolt als sneeuw voor de zon en eerlijkheid bij een juist verkozen politicus, gedomineerde koffie en een mandje croissants, keek hij westwaarts. Eerst was er een strook kaalslag. Dan een enkelvoudig spoor dat meer weghad van een openbaar botanisch project. Volgens Maria ging hier hooguit eenmaal per maand een vrachttrein overheen. Achter het spoor, met een scherpe bocht naar het zuiden en een kleine venijnige klim, verdween de weg oost-westwaarts richting Comillas.

Hij wist dat zich tussen Torrelavega en Comillas in nog de Cuevas de Altamira bevonden. Vanwege zure regen, vrouwelijke afscheiding (waar ze in het noorden sowieso de pest aan hadden; afscheidingsbewegingen en alles wat daarmee samenhing) en oud zweet was deze oer-vindplek van door creatieve holbewoners met de noodzakelijke zorg aangebrachte en inmiddels historische muurschilderingen al enige jaren gesloten. Internet bestond nog niet en daar kwam je voor de poort (het gesloten hek) en vanuit Utrecht zo’n 1.600 kilometer verder pas achter. Het “terroeristisch” gehalte was voor die tijd, het waren nog altijd de jaren 60, nog niet zo groot, maar was wassende als water ten tijde van de zorgwekkende opwarming van de aarde.

Ton Lebbink had nog nooit een in stevige en massieve rotsen gewurmde en door onze voorouders, vanwege de koude en in Noord-Spanje overvloedige regenval, tot woning verklaarde grot van binnen gezien en zou dat ook nu niet beleven. Buiten het feit dat zijn evenzo gestaag en met paspoortstempel groeiende internationale trits, tijdens zijn maandenlange odyssee opgedane, vrouwen, wier griet hij bij vlagen avond-aan-avond exploreerde als het niet een reisperiode betrof in een openbare gelegenheid, waar zulks geen pas gaf, een gemiste kans eens een niet roze interieur te bewonderen. Daarbij miste je op die manier veel van de omgeving. Zeker als je onder lag.

De lettervreter die later woorden, zinnen en hele gedichten teelde met muzikale inslag keek recht voor zich uit (hij had zijn stoel inmiddels 90˚ gedraaid). Daar waar zijn ogen zaten was zeker niet zijn achterhoofd. Een plek waar hij trouwens ongaarne op zou vallen. Hij voorkwam het dan maar liever continu. Een dapper winterzonnetje glinsterde minuscule straaltjes warmte. Een staalblauwe hemel met hier-en-daar een schapenwolkje, dat van plezier en geluk zou mekkeren als het mekkerbanden had, het meteorologisch aantrekkelijk decor. Wie zou zeggen dat het in het noorden ook weleens kon regenen tot spookachtig stormen, die zou terplekke voor onnozelaar zijn uitgemaakt. Het had op dat punt wel iets weg van de Zuid-Franse onnozelaarsgedachten zoals in de populaire komische film uit 2008 Bienvenue Chez les Ch’tis.

Aan het einde van zijn zicht en dan iets verder nog bevond zich naar zeggen en landkaarten Comillas. De Parel van het Noorden, had iemand hem medegedeeld. Was dit werkelijk het Iberisch Walhalla of probeerde men Ton Lebbink een loer te draaien door hem naar een zwartgallig gat te lokken waar hij nooit meer uitkwam? Hij kon hier op het terras nog uren, dagen, weken, maanden, jaren (vliegen als een schaduw heen) passief blijven bedenken in welke staat dit nog geen 2.000 inwoners tellende vissersgaatje aan de Golf van Cantabria zich in virtuele werkelijkheid bevond. Beter trok hij de stoute schoenen (laarzen) aan en vroeg Maria om het weekeinde daarop eens die kant op te rijden. ‘Praktijk is de beste leermeester,’ mompelde hij.

Volgende week
Gaat Maria met Ton Lebbink naar Comillas en keren zij beiden weer in Torrelavega terug?

HET KON NIET UITBLIJVEN

Het kon niet uitblijven. Grote delen van de voormalige vrouwenbeweging hebben het fetisjisme van de hoge hak ontdekt en op menig vrouwenfestival zoeft de leren zweep.

De vrouwen worden geblinddoekt, zij knielen, staan op en knielen weer.

Enige doffe klapjes op de rondkruipende dames of op de voorover liggende heer bevestigen slechts de indruk dat dit evenveel te maken heeft met SM als met een concours hippique.

Manifest
Ton Lebbink

Tekst
Peter Joore: ‘En toch slaat bovenstaande laatste alinea op alles, behalve op een tang met een varken. Of, als het een technisch praktijkgeschoold (LTS, MTS of HTS) varken betreft, eentje met een tang.’

Fotografie
Beaty Czetö 

14-02-2024