Ton Lebbink: ‘Punk: Regels voor Idioten VI!’

Rijptrip (XLIII)

Mirjam de Schoot van God had lange vingers alsof ze piano speelde en met twee handen moeiteloos alle 64 toetsen tegelijk kon bereiken als ze er genoegen in had geschept en er een klinkend akkoord voor bestond. ‘Die vingers ontwikkelden zich in mijn pubertijd,’ verklaarde zij toen Ton Lebbink er op het beschaduwde terras in Nikaia naar vroeg. ‘Daarvoor had ik stompjes omdat ik iets te fanatiek nagels beet, scheurde, kauwde en doorslikte.’ Ton Lebbink keek zo vaak mogelijk naar die lange slanke vingers en wilde ze een keer in de honing dopen, door de suiker halen en ervan proeven. Mirjam zei dat ze daar niet veel voor voelde: ‘Honing trekt allerlei vliegend gespuis aan,’ zei ze, ‘en ik heb geen vliegenmepper bij me of jij zou die taak op je willen nemen.’ Ton Lebbink adoreerde lange vingers en kon er wel een pak achter elkaar van op.

Ton Lebbink: ‘Punk: Regels voor Idioten VI!’

Hij is er inmiddels een klein beetje aan gewend, maar nog altijd intrigeren ze hem stuk-voor-stuk. Van Duimelot tot Hinkepinkie; ze zijn hem allen even lief.

Hij wist inmiddels hoe zij met die oneindig lijkende tengels de bas tot ontroeren kon beroeren als ze de punk even liet voor wat die was. Van klassiek tot mysterieus klonken er dan klanken die later door Angelo Badalamenti, die op maandag 12 december 2022 om 23.44 uur lokale tijd op 85-jarige leeftijd te New Jersey zou overlijden. Hij componeerde tot zijn verscheiden muziek voor meer dan honderd films en tv-series, gepikt leken. Hij was hofleverancier van regisseur David Lynch en onuitwisbaar, ongenaakbaar en onbetwist kwam Laura Palmer’s Theme uit de muzikale koker van Mirjam. Sterker: het betrof hier een autobiografisch nummer. Dat hoorde je zo.

Inmiddels hadden de twee jong geliefden de beschikking gekregen over een drietal flessen boeren rode landwijn. Gezien het groezelige etiket bleek dat land alras Hellenië, zoals ze Griekenland hadden gedoopt. De kurketrekker lag op tafel. De eigenaar was een dorps econoom en de term: “Geen stap te veel!” (Later gepikt door een botergeil Zeeuws Meisje) was op hem beter van toepassing dan op overigens Kundig Buitenlandenleider bij Joseph Luns. Met de regelmaat en snelheid van een kolibristische vleugelslag schonken zij elkaar het zwaar gegiste most dat we beter kennen onder de naam Wijn in de door de eeuwen heen stukgewassen, met glascorrosie tot gevolg, glazen. Binnen een half uur waren alle flessen leeg.

‘Denk je nog ergens aan?’ vroeg Mirjam.
   ‘Mwaah, aan ons eerste nummertje.’
   Mirjam glunderde.
   ‘Jij op bas en ik beroer de ketels als een soort Slagerij van Nikaia. Een opzwepend ritmisch nummer door ons hoogstpersoonlijk in elkaar getoverd en met Top 40-dynamiek en hit-potentie. Zodat we straks de hoogste regionen bestijgen. Tenminste, als Radio Veronica, juist drijvend voor de hogere kust dan de naam Nederland doet vermoeden, deze meer dan betere muziek een eerlijke 24/7-kans gaat geven. Als ik in Vlaardingen woonde, zou ik de plaat almaar promoten met een wekelijks vaatje van die zoute jongens. De Haringsound zou een begrip worden dat zijn weerga niet kent. Maar ja, ik woon in Amsterdam en ben een Amsterdammer en die gaan niet dood. Wat Johny Kraaijkamp er ook van maakte in zijn eigen versie.’
   ‘Ja, daar kun je ook aan denken,’ zei Mirjam met een lichte teleurstelling in haar stem. De misinterpretatie in verband met dat nummertje zat haar een tikkie dwars. Of het door de wijn kwam of de lange wandeling over kurkdroog groen ofwel zat er een hallucinerend middel in de steenharde kaas van de geitenhoeder, maar met haar lange jatten begon ze Ton Lebbink almaar feller en intensiever te betasten dan in een openbare gelegenheid gepast. Hij kreeg er een erectie van, keek hulpeloos en met rood hoofd naar Mirjam en zei: ‘Ik kan er niets aan doen.’
   ‘Jaja … jaja … jaja,’ hijgde Mirjam tussen een paar ademstoten door, ‘het zal. En … nu … honing … suiker … en … proef … je … tong … een … rauw … randje … dat … blijvend … is!’ Ze gilde het nu uit.
   De eigenaar, die op de eerste stoel rechts van de deur juist buiten zat, grinnikte. Hij was ook jong geweest en wist hoe je wijn met een beetje Spaanse Vlieg op kon piepen tot een lustopwekkend drankje waar zelfs een Bonobo-aapje een hartverzakking en een versleten voortplantingsknuppel van krijgen kon. Niet voor niets was de wijn bijna elke dag tot de laatste druppel op. Daar viel niet tegenaan te werken. Zoveel trossen groeiden er op het hele eiland niet eens om aan die vraag te voldoen. Daarom ook dat het nimmer tot een bloeiende export kwam.

Mirjam en Ton spurtten nu opwaarts. De eigenaar en drie lege flessen, waarin eerder nog rode wijn, als stilzwijgende getuigen achterlatend.

Na de nacht, zonder diner, te hebben doorgebracht als twee seksuele zwijnen moest zowel Ton Lebbink als Mirjam de Schoot van God aan Bitter Moon van Roman Polanski denken. Die film waarin Peter Coyote en Emmanuelle Seigner elkaar tot de laatste draad als van een kamgaren pak toe én (dat wel) vervelens toe bezitten. ‘Zelfs tegen seksueel creatieve herhaling is op den duur geen enkele relatie bestand,’ snikt Mirjam na het wegtrekken van niet alleen de in Spaanse Vlieg gedrenkte alcoholdampen.
   ‘Wat is er?’ vroeg Ton Lebbink.
   ‘Nee, niks, zei Mirjam lusteloos. ‘Wat liggen we lekker, hè. Zullen we er een paar dagen aan vast plakken, hier?’
   ‘Ja, het is best een fijne plek,’ antwoordde Ton enthousiast. ‘Het zullen de kosten niet zijn in dit van Zeus verlaten gat.’
   Mirjam kroelde in Ton zijn korte en na maanden van vakantie niet al te modieus geknipte haar en kriebelde over zijn rug en de zich alweer oprichtende glanzende Dorische, Ionische of om het even Korinthische zuil. Haar ellenlange vingers leken onvermoeibaar die oneindige nacht en de dag daaropvolgend.

Na deze tijd van hun leven stonden ze op, kleedden zich zonder douchen aan, liepen de trap af en schoven aan de inmiddels van wijnflessen ontdane terrastafel en besprongen als twee hongerige leeuwen op het talrijke en kleurrijke voedsel af dat qua tijd het midden hield tussen lunch en (alsnog) diner. Gelukkig als twee gestripte Guzen lieten zij zich alle godenspijzen en nectar smaken als nimmer tevoren.

En wat zij na het eten aanvingen? Dat vertellen we de lezer over een week of zo.

SCHEURTJE

Door ‘de herfst’ gebladerd

Gedicht
Ton Lebbink (Thuis of elders, na 2000?)

Tekst
Peter Joore (Redactielokaal, Vlaardingen, 15 december 2022)

Fotografie
Beaty Czetö (Café Helmers, Amsterdam, 3 maart 2011)

22-12-2022