ROTTERDAM - De koe is heilig. Op straat rijden er miljarden. In India mag je ze geen strobreed in de weg leggen. Pink Floyd vereeuwigde Lulubelle III, middels een idee van Storm Thorgerson van Hipgnosis, voor altijd op de hoes van Atom Heart Mother. Ook de politiek ging met deze trouwe melkgever aan de kiezershaal. Wie (mits oud genoeg) kent er niet de befaamde PSP-poster (1970) waarop Saskia Holleman (dus niet Phil Bloom, red.) naakt, de armen uiteen als een blije Vitruviusvrouw het stemgedrag probeerde te beïnvloeden: Ontwapenend, heette dat toen.
Kortom: geen dier heiliger en onvergetelijker dan de semi-gedomesticeerde (melk)koe.
De koe is er van A tot Z. Niet enkel in ons leven sla je er gerust de Dikke Koeienalmanak op na. Van de Aberdeen Angus en de Abigar tot aan de Zubrón en de Zweedse Roodbont tref je een lijst van tientallen koeienrassen. Niet allemaal even tot de verbeelding sprekend en in een enkel geval uitgestorven zoals de Alderney en de Blonde van de Pyreneeën tref je soms ook een hybride variant aan als de Beefon. Zoals de naam al aangeeft een Angelsaksische kruising van een koe met een bizon.
In Nederland zijn zo'n 32 verschillende koeienrassen actief als melkproducent. Soms als zzp'er, anders als onderdeel van een collectief. Zoals we dat nog kennen van vroeger: de Coöperatie. Je hebt onder andere de Blaarkop, de Lakenvelder en de Fries. Niet zelden getooid met namen als: Corrie 32, Klara 14 en natuurlijk de Bertha 1 t/m zoveel.
Volgens iemand - die het weet - is de koe als aardklootbewoner ouder dan de mens. De mens als Homo sapiens deed pas tussen de 150.000 en 280.000 jaar geleden zijn intrede. Eerst als jagende reiziger. Later als boer met een tuintje en ... een paar koeien. Eén van die vroege agrariërs, zijn vrouw (waar hij toen node dagelijks mee verkeerde en tv, laat staan GTST, nog niet bestond) beu, vond als bij toeval en verveling het melken uit.
Melk, in een modern verleden nog gekenschetst als: Goed Voor Elk (maar niet voor Jan, die plast ervan) en De Witte Motor, diende eerst als drank en later stond het aan de basis van vele melkproducten waarvan kaas en yoghurt de bekendste representanten zijn. Over de grens molk men ook wel schapen, geiten, kamelen, paarden, waterbuffels en jaks. Echte melkdrinkers zijn het nooit geworden.
Trof je de koe in onze jeugd bijna jaarrond buiten aan. Grazend en dom kijkend terwijl de melkproductie voor weer een volle uier gestaag en 24/7 plaatsvond, mogen de Holstein-Friesian en de Maraîchine blij zijn als ze anno 2025 "liefst" 142 dagen buiten mogen bivakkeren. En daar dan weer reclame over dat de koeien het zo goed hebben. Wij als mens weten sinds de coronaperiode wat het is om gedwongen binnen te moeten blijven. Kennelijk is het zo dat je als je als koe buiten mag, je een Heilige Koe bent.
Dat de auto tot onze heilige koe is verworden strookt met de Beefon: beide heb je vandaag-de-dag in hybride vorm. In India denken ze daar anders over. Daar staat de Koe vrijwel op dezelfde (eenzame) hoogte als oppergod Brahman. Wie daar ook maar kwaadaardig wijst naar een rund, riskeert steniging.
In Nederland en met name in Schiedam is er momenteel de Floating Farm. Een drijvend ponton, dobberend ter hoogte van de Gustoweg 10, waarop koeien met trainende zeebenen nu eens golven melk produceren: geschift op voorhand? Wat? Het idee? Nee, de melk!
Uiteraard goed voor het nodige protest. Want: koeien horen in de wei. Maar is dat wel zo? Koeien zijn het sinds Columbus gewend om te varen. In steakland Argentinië bijvoorbeeld zie je net zo goed de Angus en de Hereford. Die zijn niet komen wandelen vanuit Europa. Eerst zie je ze blij grasetend en later, verpakt in vacuüm gezogen plastic, als belangrijk BBQ-onderdeel retour naar Europa. Ook en altijd per schip.
Zelfs vestingbouwkundige en militair Menno (what's in a name?!) van Coehoorn (Britsum, maart 1641 - Den Haag, 17 maart 1704), derde inspecteur-generaal van de Dienst der Fortificatiën en meester-generaal der artillerie voer met enige regelmaat heen-en-weer tussen met name Engeland (het perfide Albion) en Frankrijk. Maar dit terzijde.
Protestanten, zij die (in dit verband) protesteren, vinden dat de koeien a/b Drijvend Ponton I te veel op beton staan en te weinig bewegingsruimte hebben. 'Het is een aantasting van de koe als medemens,' zei iemand die niet zo goed had opgelet tijdens de biologielessen op middelbare school.
We spraken kort met de Koe-ptein. Die vond alle ophef niet erg. Zij zei: 'Altijd op zo'n dom weiland met wuivend gras gaat je op gegeven moment ook tegen staan en de keel uithangen. Het is er saai en het enige wat je daar kunt is: eten, vlaaien maken en melk produceren. En aan het eind van de rit word je als runderlap verkocht bij een grootgrutter die ook nog eens ons prima vlees vult met water om zo extra te kunnen verdienen aan ons, salarisloze runderen.
Nee. ik heb het hier bijde Gustoweg best naar mijn zin. Als gezagvoerder heb je natuurlijk een streepje voor op de rest van de koe-gang. Van weiland naar eiland is mijn slogan. Iedereen die protesteert tegen onze nieuwe domicili mag dat wat mij betreft. Wij, deze kudde semi-zeekoeien, hebben het voorlopig prima naar ons zin. Wij laten ons zeker niet koeioneren,' klinkt het tot slot ferm en een gezagvoerder waardig.
Noot
Deze column in vakantie- en dus komkommertijd is afkomstig van Vlaardings columnist Waarman. De enige haringpeuzelaar die weet dat de Clupea harengus (mét uitjes, want geboren in Maassluis) uitstekend smaakt bij een ijskoude korenwijn of oude jenever.
Tekst
Waarman
Fotografie
Jan Schrijver
Schilderij
Robert Daalmeijer